Een joodse kongsi

13 juni 2010

Joop.nl

Het door Mens geopperde gerucht dat drie Joodse politici een kongsi hebben gevormd, wordt vrijwel meteen door tweetend en bloggend Nederland opgepikt. De redactie van Joop.nl plaatst al enkele uren na de uitzending het bewuste fragment van het programma op haar site en voorziet het als eerste van commentaar.

De redactie valt vooral over het woord ‘kongsi.’ Dit is een ‘negatief bedoelde term’, legt de redactie uit, ‘voor een club die er op uit is voor zichzelf een voordeel te behalen.’ De redactie verbaast zich er ook over dat Boekestijn de uitspraak van Mens onweersproken laat.1

Twitter

Talloze Twitter-gebruikers tonen zich verontwaardigd over de suggestie van Mens. Marianne Thieme van de Partij voor de Dierentweet: ‘Ongelooflijk dat dit soort insinuaties kunnen anno 2010!’ GroenLinks-kamerlid Naima Azough tweet over ‘walgelijke insinuaties.’2 Roelf Jan Duin, politiek verslaggever van Het Parool, spreekt Boekestijn via Twitter aan en vraagt waarom de politicus niet reageerde op de ‘vreemde suggestie van Harry Mens.’ Boekestijn antwoordt dat hij niet er niet in gelooft.

14 juni 2010

CJO

Daags na de uitzending reageert het Centraal Joods Overleg (CJO) op de uitspraak van Mens. Het CJO noemt de uitlating ‘onacceptabel’, want met zijn suggestie heeft de presentator ‘een ernstig vooroordeel over joden geuit.’ Net als de redactie van Joop.nl verwerpt het CJO het gebruik van het begrip ‘kongsi’ en bekritiseert het de nadruk die Mens op de Joodse achtergrond van politici had gelegd.3 Het Overleg nodigt de presentator uit voor een gesprek. Harry Mens laat weten daar geen behoefte aan te hebben.4

CIDI

Ook het Centrum Informatie en Documentatie Israel (CIDI) besteedt op zijn website aandacht aan Mens’ uitspraak. In de rubriek ’Antisemitisme’ verschijnt een korte samenvatting van het incident. De uitspraak wordt in het CIDI-commentaar niet expliciet als antisemitisch bestempeld. Wel wijst het CIDI erop dat het gerucht dat door Mens werd geopperd doet denken aan de klassieke complottheorieën over Joden. Het CIDI verwijst hier als eerste naar de vervalsing De Protocollen van de Wijzen van Zion, het klassieke voorbeeld van antisemitische complotliteratuur die in belangrijke mate heeft geholpen de mythe van de Joodse wereldheerschappij te verspreiden. [Zie verder Macht & Politiek]

Harry Mens

Het CIDI citeert ook uit de correspondentie tussen Harry Mens en het CJO. Mens legt daarin uit op welke bronnen hij zijn uitspraak had gebaseerd en wat de aanleiding ertoe was:

‘In de week voordat Mark Rutte voor een interview met mij in het programma Business Class zat, ben ik vanuit de CDA-hoek benaderd om dit te vragen aan Mark Rutte. Toen werd overigens de heer Rosenthal ook genoemd als toekomstig formateur. Ik heb deze vraag toen niet gesteld aan Mark Rutte omdat ik me niet voor het karretje van het CDA wilde spannen. U zult begrijpen toen ik in het weekend vernam dat de heer Rosenthal als formateur werd aangewezen, dit verhaal weer bij mij kwam boven drijven. Ik vind er overigens niets mis mee, dat drie joodse mensen met elkaar lobbyen. Ik zou niet weten wat daar mis aan is. Ik heb geen enkele behoefte gehad, de joodse gemeenschap te willen beledigen. Als zij dit toch als zodanig aanvoelen, wil ik daarvoor mijn excuus maken, met de opmerking dat sommige mensen wel erg gevoelig zijn. Waarbij ik nog opmerk dat Paul Jansen in een column van vier weken terug in De Telegraaf een en ander al suggereerde.’5

Paul Jansen

In de door Mens genoemde column van Paul Jansen konden de lezers van De Telegraaf op 11 mei 2010 inderdaad lezen over een vergelijkbaar gerucht dat in CDA-kringen zou circuleren:

‘Het CDA ziet dit ‘aanvalspact’ van PvdA en VVD natuurlijk met lede ogen aan. Het mag dan ook niet verbazen dat vanuit die hoek wordt gewaarschuwd dat deze tweestrijd na 9 juni wel eens kan eindigen in het tegenovergestelde: een huwelijk in de vorm van een nieuw paars kabinet. In dat kader wordt het gerucht verspreid van een Des Indes-achtig beraad: de geheime ontmoetingen van PvdA, VVD en D66 in het gelijknamige hotel mondden in 1994 uit in het eerste paarse kabinet. Ditmaal zou een belangrijke rol zijn weggelegd voor de familie Asscher.

PvdA’er Lodewijk Asscher was de rechterhand van Cohen in Amsterdam en wordt getipt als toekomstig minister. Zijn oom Edward is lid van de Eerste Kamer namens de VVD. Die liberale senaatsfractie wordt aangevoerd door Uri Rosenthal, net als Asscher en Cohen van Joodse komaf. De zeer invloedrijke Rosenthal geldt als de beschermheer van Rutte. Overigens ontkent de VVD-leider deze lezing met klem.’6

Het was dus de politiek commentator Paul Jansen die als eerste gezinspeeld had op ‘geheime ontmoetingen’ en ‘een beraad’ van diverse politici ‘van Joodse komaf.’ Opvallend is dat hij in zijn stuk, anders dan Mens, voor de passieve vorm kiest: ‘het gerucht wordt verspreid.’ (Mens zei: ‘ik heb in de wandelgangen toen gehoord.’) Hiermee heeft Jansen misschien zijn handen in onschuld willen wassen; in ieder geval is zijn artikel onopgemerkt gebleven. Beiden, Jansen en Mens, brengen het idee van een Joods overleg naar voren als iets dat ze als gerucht in kringen van het CDA hebben vernomen. Pas na de opmerkingen in Business Class merkt het CIDI op dat zowel Jansen als Mens zonder enige reden de Joodse achtergrond van de genoemde politici hadden benadrukt. Overigens noemde Jansen in zijn stuk vier politici, terwijl Mens het over drie politici had.

Harry Mens

Ook tegenover een journalist van het tijdschrift Quote maakt Mens duidelijk dat hij niets verkeerds in zijn constatering ziet. Tegelijk benadrukt hij dat hij met ‘kongsi’ niet een Joodse samenzwering had bedoeld, maar een Joodse lobby, een term die hij veel neutraler opvat. Hij legt uit:

‘Ik heb niks tegen de joodse lobby, in de Verenigde Staten is de joodse lobby een heel gerenommeerde club. Iets om trots op te zijn, dat zouden we in Nederland ook moeten zijn.’

Het is niet duidelijk wie de kwestie van het antisemitisme aan de orde stelt, maar Quote vermeldt dat Mens de beschuldiging van antisemitisme ‘onzin’ noemt. ‘Een deel van de joodse gemeenschap’ heeft volgens hem  ‘wel een erg kort lontje.’7 Mens vindt de ophef dus overdreven en stelt opnieuw dat de ophef voortkomt uit de overgevoeligheid van sommige Joden. Zo werd door Mens een tweede aan Joden toegeschreven, stereotiepe eigenschap ingebracht: overgevoeligheid. 

HP/De Tijd

Toch zijn het niet alleen Joodse organisaties, het CJO en het CIDI, die in de uitspraak van Mens ‘een ernstige vooroordeel over joden’ menen te herkennen. Bas Paternotte schrijft in HP/De Tijd dat het CJO ‘terecht, furieus over de uitlatingen van Harry Mens’ is. Volgens de journalist past Mens’ uitspraak in hetzelfde rijtje als de uitlatingen die Gretta Duisenberg, de voorzitter van de stichting Stop de Bezetting, in januari 2010 maakte. Zij had toentertijd in een interview met De Pers gesteld dat ‘zionistische joden’ en orthodoxe christenen de Nederlandse regering domineren.8 Paternotte stelde cynisch het volgende:

‘Dat de joden de Nederlandse overheid domineren wisten we al dankzij Gekke Gretta. Maar het kan altijd bonter; volgens vastgoedjongen/tv-maker/Pavarotti-kenner Harry Mens is een joodse kongsi, bestaande uit de familie Asscher, Job Cohen en Uri Rosenthal, in Den Haag bezig een Paars kabinet te vormen.’9 

15 juni 2010

Algemeen Dagblad

Ruben Vis van het CJO vertelt het Algemeen Dagblad dat het Overleg Mens graag wil vragen ‘of hij zich realiseert wat hij met zijn uitspraken suggereert.’ De krant publiceert ook de reactie van Harry Mens. De achtergrond van de drie politici kan en moet wat Mens betreft wel degelijk benoemd worden, want ‘ze spelen elkaar toch de bal toe? Ik vind dat heel normaal. Turkse bakkers, vrijmetselaars of Surinamers weten elkaar ook eerder te vinden.’  Wel had het woord ‘kongsi’, geeft Mens toe, beter vermeden kunnen worden. ‘Maar als ze zich daar nu boos over maken vind ik echt dat ze hun tijd beter aan andere dingen kunnen besteden,’ concludeert hij.

Theodor Holman

Theodor Holman is een van de columnisten die met een ironische ondertoon Mens’ uitspraken becommentarieert. In Het Parool schrijft hij:

‘Hé, daar is-ie weer: de Joodse samenzwering. […] Hoe Mens bij die kongsi komt, weet niemand. En natuurlijk is Mens zo'n klein onbewust antisemietje, want wat suggereert de uitspraak van Mens? Dit: Joden van verschillende politieke kleur maken toch de dienst uit. […] En stel: Mens heeft gelijk. Er is een Joodse samenzwering. Waarom is die dan tussen VVD en PvdA? Waarom niet tussen PVV en VVD? […] Stel, tot slot, dat Rosenthal zegt: Mark, er moet een VVD-PvdA-GroenLinks-D66-kabinet komen. Hoe zou dat voordelig voor Joden zijn en hoe onvoordelig voor niet-Joden?’10

Holman wijst dus in eerste instantie op de onbenulligheid en ongegrondheid van Mens’ theorie over een Joodse kongsi tussen Rosenthal, Asscher en Cohen en bestempelt de presentator tot een ‘onbewust antisemietje.’ Verder is ook voor Holman duidelijk dat door het spreken over een ‘Joodse kongsi’ Mens op het stereotype van de Joodse samenzwering zinspeelt.

16 juni 2010

Fred Hoogendoorn

In het Leidsch Dagblad publiceert de journalist Fred Hoogendoorn een artikel waarin hij als de enige deelnemer in het debat de presentator van Business Class verdedigt. Evenals Mens begrijpt Hoogendoorn niets van de ophef. Hij snapt ook niet waarom het als problematisch wordt ervaren dat hij de Joodse achtergrond van de politici ter sprake bracht:

‘Deze toevoeging passeerde voor de neutrale kijker als een duiding van de gemeenschappelijke factor tussen de drie. Hun gezamenlijke joodse identiteit schept immers mogelijk een band. Niets aan de hand, zou je denken. Toch wel. […] Als Mens had geconstateerd dat drie gereformeerden of drie Limburgers een paarse afspraak hadden, zou iedereen dat als een al dan niet ter zake doende constatering hebben opgevat. De term “joods” mag klaarblijkelijk niet, is kennelijk beladen.’

Bovendien vindt Hoogendoorn de ‘beschuldiging van antisemitisme’ onterecht en unfair. ‘Harry Mens wordt niet in woord beschuldigd van antisemitisme, maar het CJO wekt die suggestie,’ schrijft Hoogendoorn. Net als Mens vindt hij dat het CJO ‘erg lange tenen’ heeft. De beschuldiging dat Mens’ uitspraak ‘een ernstig vooroordeel over joden’ bevat, werd door het CJO volgens Hoogendoorn onvoldoende toegelicht: ‘Welk vooroordeel dat dan is, wordt verder niet uit de doeken gedaan’, stelt hij.11

Peter Wierenga

Op Nu.nl verschijnt een column van Peter Wierenga die in tegenstelling tot Hoogendoorn in Mens’ uitspraak juist duidelijk een vooroordeel over Joden herkent. Hij noemt Mens’ theorie een voorbeeld van ‘onzinverhalen’ in de traditie van anti-Joodse samenzweringstheorieën:  

‘Ik kan er geen genoeg van krijgen, die schitterende verhalen over hoe de Joden de wereld gaan overnemen. Zorgvuldig gedocumenteerd in de Protocollen van de Wijzen van Zion, een Russische vervalsing uit begin twintigste eeuw. Deze idiote samenzweringstheorie vond helaas ingang in de Arabische wereld, en duikt ook weer op in de statuten van de eerbiedwaardige vereniging Hamas. Op het internet zwerven de moderne varianten, van zelfbenoemde onderzoeksjournalisten die alle ellende met graagte op een jiddisch bordje schuiven. Van Nine Eleven tot de tsunami tot de aardbeving op Haïti, alles is het werk van de Mossad, de Israëlische geheime dienst. […] Man man man, wat een onzinverhalen. Hou toch eens op met al die paranoia over een zionistisch wereldcomplot.’12

De Stentor

De Stentor meldt dat Harry Mens zijn excuses aanbiedt, maar toevoegt dat hij niets negatiefs over de Joodse lobby had willen zeggen.

‘“Ik heb op geen enkele manier willen discrimineren. En volgens mij heb ik dat ook niet gedaan.” Het ging hem slechts om vast te stellen dat, conform zijn bronnen, “een paars kabinet allang is uitgelobbyd”; ‘niet om het feit dat de drie Joods zijn, wel dat ze een “kongsi” hebben gevormd.’13

15 december 2010

NRC Handelsblad

Een paar maanden na de uitzending, in een artikel over antisemitisme in Nederland, blikt Danielle Pinedo in NRC Handelsblad nog eens terug op het gesprek in Business Class. Onder verwijzing naar de uitspraak van Harry Mens concludeert zij dat in het Nederlandse debat over antisemitisme weinig wordt stilgestaan bij andere vormen van antisemitisme dan de verbale agressie van Marokkaanse jongens. Pinedo citeert CIDI-directeur Ronny Naftaniel, die stelt dat er diverse vormen van antisemitisme bestaan:

‘Enerzijds heb je het schelden, spugen en de Hitlergroet. De bekladdingen van synagoges en begraafplaatsen. Anderzijds heb je de mensen die hun antisemitische denkbeelden op een geraffineerde manier onder de aandacht brengen. Zoals Harry Mens, die in Business Class verklaarde dat Uri Rosenthal, Job Cohen en Lodewijk Asscher een joodse “kongsi” hadden gevormd om tot een paars kabinet te komen.’14

Naftaniel bedrukt hier dat Mens’ uitspraak, net als andere anti-Joodse uitspraken, hoewel op een ‘geraffineerde’ wijze en meer verhuld, antisemitische denkbeelden tot uitdrukking brengt.

Aandacht voor het incident

Het incident is door weinig mainstream media opgepikt; het trok vooral aandacht van bloggers, twitteraars en enkele columnisten. Enkele Joodse organisaties maakten bezwaar tegen Mens’ uitspraak, maar er werd geen aanklacht tegen hem ingediend. De discussie over zijn uitspraak duurde slechts enkele dagen. Mens bood zijn excuses aan, maar zonder te erkennen dat hij in de fout was gegaan en zonder het gesprek met het CJO aan te willen gaan.

In de politiek werd, anders dan bijvoorbeeld bij de uitlatingen van Duisenberg, op Mens’ uitspraken niet gereageerd. Opvallend is dat er geen reactie kwam van CDA-politici, hoewel zowel Mens als Jansen het CDA aanwezen als bron van het gerucht, en ondanks hun eerdere engagement in de Kamervragen rondom uitlatingen van Duisenberg. Van de drie genoemde politici ‘van Joodse  komaf’ reageerde alleen Lodewijk Asscher, waarbij hij slechts refereerde aan de column van Paul Jansen. Tegenover Nu.nl gaf hij aan dat het ‘vreemd [is] dat zo’n Jansen, toch doorgaans erg goed geïnformeerd, zoiets opschrijft.’15 De politieke commentator Paul Jansen heeft nooit gereageerd op de discussie of bezwaren die tegen zijn column werden geuit.

De uitspraak van Harry Mens werd in de door het CIDI gepubliceerde Monitor antisemitische incidenten in Nederland 2010 opgenomen. Het CIDI spreekt daarin van een trend het oproepen van samenzweringstheorieën over Joden of een Joodse lobby. In de categorie ‘media’ vermeldt het CIDI in het rapport, naast het incident rond Harry Mens, de hier eerder genoemde uitlatingen van Gretta Duisenberg.

Gretta Duisenberg deed in januari 2010 in De Pers de volgende uitspraak: ‘Zionistische joden domineren, met orthodoxe christenen, de regering. Met orthodoxe christenen bedoel ik zeker de ChristenUnie en leden van het CDA.’ Op die uitspraak heeft Theodor Holman in zijn commentaar op Mens’ uitspraak gewezen. De drie christelijke partijen SGP, CU en CDA hebben naar aanleiding van deze uitlatingen op 2 februari 2010 schriftelijke Kamervragen ingediend. De partijvertegenwoordigers waren het met elkaar eens dat het spreken over de vermeende invloed van Nederlandse Joden op de Nederlandse regering een vorm van ‘verwerpelijke retoriek’ is, ‘op antisemitische clichés’ berust en ‘een volstrekt vals beeld van de werkelijkheid’ geeft. 

De antisemitische clichés die in deze uitlatingen weerklinken, bouwen net als in het geval van Mens’ uitspraak voort op het stereotype van de machtige, samenzwerende Joden. De suggestie van Duisenberg is minder subtiel en anders gericht dan die van Mens. Mens is van mening dat een invloedrijke Joodse lobby/kongsi een paars kabinet wilde smeden; Duisenberg stelt dat de Nederlandse regering mede door zionistische Joden wordt gedomineerd, waarmee ze de pro-Israelische koers van de Nederlandse regering wil verklaren. 

In het debat werd ook het stereotype van de Joodse overgevoeligheid opgeroepen in verband met de te gemakkelijke inzet van de antisemitisme-beschuldiging.

  • 1. 'Harry Mens: Paars is werk van Joodse kongsi', joop.nl. 13 juni 2010. Zie joop.nl [geraadpleegd 13 augustus 2014].
  • 2. 'Irritatie over kongsi-opmerkingen Harry Mens', nu.nl, 14 juni 2010. Zie nu.nl [geraadpleegd 13 augustus 2014].
  • 3. 'CJO: vooroordeel Mens onacceptabel', cjo.nl, 14 juni 2010. Zie cjo.nl [geraadpleegd 13 augustus 2014].
  • 4. 'Irritatie over kongsi-opmerkingen Harry Mens', nu.nl, 14 juni 2010. Zie nu.nl [geraadpleegd 13 augustus 2014].
  • 5. 'CJO: vooroordeel Harry Mens "onacceptabel"', cidi.nl, 14 juni 2010. Zie cidi.nl [geraadpleegd 13 augustus 2014].
  • 6. Paul Jansen, 'Vrees voor paars is hoop van CDA', De Telegraaf, 11 mei 2010.
  • 7. Henk Willem Smits, 'Harry Mens: "Joodse lobby heeft kort lontje"', quotenet.nl, 14 juni 2010. Zie quotenet.nl [geraadpleegd 13 augustus 2014].
  • 8. Kustaw Bessems, 'Zionistische joden domineren regering', De Pers, 28 januari 2010.
  • 9. Bas Paternotte, 'Harry Mens: Paars in een jodenstreek', hpdetijd.nl, 14 juni 2010. Zie hpdetijd.nl [geraadpleegd 13 augustus 2014].
  • 10. Theodor Holman, 'Joodse kongsi', Het Parool, 15 juni 2010. Zie ook parool.nl [geraadpleegd 13 augustus 2014].
  • 11. Fred Hoogendoorn, 'Joodse kongsi', Leidsch Dagblad, 16 juni 2010.
  • 12. Peter Wierenga, 'De Joodse kongsi', nu.nl, 16 juni 2010. Zie nu.nl [geraadpleegd 13 augustus 2014].
  • 13. 'Excuses Harry Mens na uitspraak "Joodse kongsi"', De Stentor, 16 juni 2010.
  • 14. Danielle Pinedo, 'Joden hebben het hier zwaarder gekregen', NRC Handelsblad, 15 december 2010.
  • 15. 'Irritatie over kongsi-opmerkingen Harry Mens', nu.nl, 14 juni 2010. Zie nu.nl [geraadpleegd 13 augustus 2014].