Ritueel martelen

Op 2 september 2008 dient partijvoorzitter Marianne Thieme namens de Partij voor de Dieren een initiatiefwet in bij de Raad van State om te komen tot een verbod op het onverdoofd ritueel slachten. Na beoordeling door de Raad van State wordt de initiatiefwet naar de Tweede Kamer gestuurd op 2 juni 2009. Op 13 april 2011 behandelt de Tweede Kamer het wetsvoorstel. Namens de Partij voor de Vrijheid (PVV) spreekt Kamerlid Dion Graus, waarbij hij de zinsnede ‘martelen van dieren’ gebruikt. Hij herhaalt deze uitspraken vervolgens in het Kamerdebat van 22 juni 2011.

In een discussieprogramma op TV zender L1 op 21 april 2011 spreekt Graus, naast PVV-er ook afkomstig uit Heerlen, wederom van ‘ritueel martelen,’ zo ook in een interview voor de regionale zender TV Limburg ruim een jaar later, op 8 september 2012. Dan zegt hij nog explicieter:

‘Ik wilde gewoon het einde aan de rituele martelingen van dieren. Einde. Zowel door joden als door moslims. Einde oefening. Geen dieren martelen zogenaamd onder het mom van vrijheid van geloof.’

Graus’ uitspraken werden meermaals gekritiseerd, waarbij soms ook de beschuldiging van antisemitisme viel. De critici vielen bij Graus niet over zijn pleidooi voor het verbod op zich, maar over de concrete bewoordingen die hij herhaaldelijk gebruikte.